<

Het begin van het einde van gynaecologie-verloskunde in België ?

De discipline gynaecologie-verloskunde is sterk veranderd over de laatste 30 jaar. Inhoudelijke vernieuwingen waren de endocrinologie sinds 1970, de echografie vanaf 1980, de endoscopische chirurgie vanaf 1990. Hierna volgde de subspecialisatie en de feminisering. Specifiek voor België is dat we in alle innovaties een trekkersrol hebben gespeeld en dat we een erg toegankelijke en kwaliteitsvolle gynecologie-verloskunde hebben. Dit betekent evenwichten. Te oordelen naar Engeland en Italië twee gezondheids-systemen die ik als visiting Professor in Oxford en in Rome ken van binnenuit. Er zijn in Engeland ongeveer 6 keer minder gynecologen dan in België. De directe gevolgen is dat de eutocie door de vroedvrouwen gebeurt, dat er wachtlijsten en privaatgeneeskunde ontstaat voor chirurgie én voor verloskunde. Italië heeft 6 keer meer gynecologen per capita hetgeen duidelijk is in de kwaliteit van opleiding en hetgeen zich eveneens vertaalt in privaat geneeskunde . De introductie van de endoscopische chiurgie was een zegen voor de patient maar een revolutie voor gynecologie verloskunde. Toen het duidelijk werd dat het volume chirurgie in gynecologie verloskunde onvoldoende is om elke gynekoloog toe te laten de nodige skills te ontwikkelen en te behouden, zijn met de subdisciplines gynecologen ontstaan die stopten met verloskunde. Dit fenomeen is internationaal en in zijn presidential speech vroeg de voorzitter van de AAGL zich af of de discipline niet zou moeten gepsplitst worden. Binnen onze discipline discussieren we sinds lang over multidisciplinariteit versus de pelvische chirurg. Als men het groeiend aantal chirurgen ziet dat enkel gynecogische chirurgie doet én in oncologie én in diepe endometriose is het niet verwonderlijk dat nu reeds jongeren die in gynecologsiche chirurgie geinteressseerd zijn het advies krijgen...